+31 6 83 16 67 33 [email protected]
‘Huizenprijzen stijgen komende 10 jaar niet veel’

‘Huizenprijzen stijgen komende 10 jaar niet veel’

De komende tien jaar zullen de prijzen van woningen ‘een stuk’ minder hard in prijs stijgen dan in de afgelopen decennia.

Dat schrijft ING Economisch Bureau in een rapport. Tussen 1970 en 2014 werden huizen per jaar gemiddeld 5,6 procent duurder. Tot en met 2025 zal dat maar een procent of twee zijn.

Marieke Blom, hoofdeconoom ING Nederland, spreekt van een ‘historisch gezien matige prijsstijging’.

‘Geen gouden jaren’

Ook in de grote steden keren de gouden jaren niet terug. De huizenprijzen zullen er wel meer stijgen dan in de rest van Nederland. Veel huizenbezitters, ING spreekt van een substantiële groep, hoeven er volgens ING helemaal niet op te rekenen dat hun huis de komende tien jaar duurder wordt. ”Voor veel Nederlanders zal het eigen huis daarmee haar gouden glans als investering verliezen”, aldus ING.

De matige prijsstijging van koopwoningen die ING voorziet, wordt vooral toegeschreven aan de vergrijzing, strengere financieringsregels, minder hypotheekrenteaftrek en toenemende inkomensschommelingen. Daar staat wel tegenover dat huren duurder wordt en dat de bouw van nieuwe woningen de eerste jaren achterblijft. Per saldo blijft een ‘slechts gematigde’ prijsstijging over.

In de grote steden in Nederland zal het beeld wat positiever zijn. ING spreekt van een ‘aardige groei’ van de huizenprijzen. Maar ook daar zal de stijging achterblijven bij de prijsontwikkeling van de afgelopen decennia. De steden blijven hun aantrekkingskracht uitoefenen op starters en gezinnen blijven er vaker wonen, legt Blom uit. De koopkracht in de steden ontwikkelt zich daardoor relatief gunstig. Ook de stijgende huren zullen vooral in de steden aanzetten tot kopen, aldus Blom.

Randen van het land

Aan de randen van Nederland is de verwachte ontwikkeling juist omgekeerd. De vergrijzing slaat daar harder toe. Het aantal huishoudens groeit minder hard en in de huizen wonen vaker ouderen samen of alleen, nadat hun kinderen het huis uit zijn. “Deze groep huizenbezitters heeft vaak al veel afgelost en relatief goedkoop gekocht. Dat leidt ertoe dat zij of hun nabestaanden bij verkoop sneller bereid en in staat zullen zijn om in prijs te zakken”, aldus Blom.

De komende tien jaar ontwikkelt de vraag naar kleinere woningen zich gunstiger dan die naar grotere woningen. Het aantal kleine huishoudens groeit, terwijl het aantal gezinnen afneemt. Daar bovenop komt de beperkingen in de hypotheekrenteaftrek. Die raakt voornamelijk huizenbezitters met hogere inkomens, die vaak een duurder huis bezitten of zouden willen kopen. Daardoor ontwikkelen de prijzen van grotere en duurdere woningen zich minder gunstig,